Uit politiecijfers blijkt dat 62 van de 89 criminele jeugdgroepen die eind 2010 in kaart zijn gebracht, zijn aangepakt. Deze jongeren worden aangepakt door het opleggen van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke interventies, waardoor de criminele jeugdgroepen zich niet meer als zodanig op straat kunnen manifesteren. Zo worden jongeren in detentie geplaatst, krijgen ze een gedragsmaatregel opgelegd of worden ze onder verscherpt toezicht geplaatst. Dat schrijft minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
De cijfers tonen aan dat de focus die door het Openbaar Ministerie (OM), politie en gemeenten op deze groepen ligt, haar vruchten begint af te werpen. Deze focus is van belang om de resterende 27 groepen ook zo snel mogelijk aan te pakken. Bovendien, zo stelt de minister, zijn alle ketenpartners extra alert op het ontstaan van nieuwe criminele jeugdgroepen, zodat die ontwikkeling direct de kop wordt ingedrukt.
Onlangs rapporteerde het Nicis Institute dat een deel van de criminele jongeren onaantastbaar is, dat de buurt niets tegen deze jongeren durft te doen en dat de overheid hier ook geen antwoord op lijkt te hebben. Opstelten stelt dat niemand onaantastbaar is en dat het rapport de noodzaak van het ingezette beleid bevestigt. Immers, het ministerie ondersteunt een stevig overheidsingrijpen en zorgt dat er sneller en effectiever kan worden ingegrepen.
Het Kabinet heeft de aanpak van problematische jeugdgroepen hoog op de agenda staan. Begin 2011 stelde minister Opstelten zich, samen met het OM, politie en gemeenten, als doel dat binnen twee jaar de 89 criminele jeugdgroepen die eind2010 in kaart zijn gebracht, zijn aangepakt. Om de voortgang van deze aanpak te blijven volgen, wil Opstelten eind 2012 de effecten hiervan in kaart gebracht hebben.